In het hart van het drielandengebied, aan de poort van het Groothertogdom Luxemburg en dicht bij het middeleeuwse stadsgedeelte van Rodemack, waarvan het de verdediging verzekerde, werd het kasteel van Preisch rond 1680 verwoest.

De bouw van het huidige kasteel werd bij het begin van de 17e eeuw begonnen door Conrad de Soetern en Marguérite de Merode en vertoont twee verdiepingen. Samen met de latere bijgebouwen vormt het ensemble twee U-vormige plattegronden met twee binnenplaatsen, een voor het kasteel en een voor de boerderij. Sinds 1986 zijn de feodale heuvel met zin omwalling en grachten, alsmede het heerlijkheidskruis, de gevels en daken van het kasteel, de duiventil en de toegangspaviljoens opgenomen in de aanvullende inventaris van historische monumenten.

Het behoort sinds 1855 toe aan de familie de Gargan. Charles-Joseph de Gargan (1831-1920) verzamelde de voorwerpen voor de inrichting van het kasteel. Hij kocht deze voorwerpen aan tijdens zijn reizen naar Italië, Oostenrijk, Portugal, Vlaanderen en Rijnland-Palts. Het interieur van het kasteel, verwoest en geplunderd door de Duitse bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog, werd gerenoveerd door Madeleine de Gargan (1928-2000), haar kleindochter, burgemeester van Basse-Rentgen en algemeen raadgever gedurende 18 jaar.

Vandaag heeft haar dochter, Dominique Charpentiern werken, meubels en voorwerpen van haar familie langs moeders- en vaderskant verzameld. De collectie van het kasteel van Preisch vormt een veelzeggend geheel van een historiserende aanpak van Charles-Joseph de Gargan, die werd overgenomen door zijn nakomelingen, op een eigendom die van generatie op generatie is doorgegeven met dezelfde zorg om het familie-erfgoed te bewaren en te verrijken.

De kapel van het kasteel van Preisch, geklasseerd als historisch monument, werd in 1773 gebouwd door François de Lasalle.

In 1862, toen de kapel gerenoveerd moest worden, besloot Charles de Gargan het nederige gebouw van toen te transformeren: alle nieuwe delen werden opnieuw uitgevoerd in gele Jaumont-steen. Hij liet ook een crypte graven onder de kapel waar zijn familieleden zouden worden begraven. Hij richtte een klokkentoren op met een 13 meter hoge stenen spits, bouwde een sacristie achter het altaar en verving de ramen door gebrandschilderde ramen besteld bij de heer Maréchal, een meester-glasmaker uit Metz. De vloer werd geplaveid in mozaïek met fijne marmer en bij de heer Jacquemin werd een altaar in wit marmer besteld. Alle decoratie van de kapel was geïnspireerd op de monumentale Renaissance van de 16e eeuw.

Aan weerszijden van het altaar staan twee grafmonumenten voor de vroegere heren van Preisch, de Schawenbourgs. Deze komen van de kapel Saint Jean Baptiste van het oude kasteel en dateren uit de 16e eeuw.

HET KRUIS VAN INBEZITNAME

Dit staat naast de kapel en is ook geklasseerd als historisch monument. Het zogenaamde “kruis van inbezitname” van de heerlijkheid Preisch, van Jean de Schawenbourg, provoost van Luxemburg, is een klein monument, opgericht in 1514.
Op de zuil zijn het wapenschild en het blazoen van het huis Schawenbourg gekerfd. Men weet dat vroeger de akten van de heren na de kerkdienst, aan de voet van het kruis ter kennis van de vazallen werden gebracht